Zakenman Jacobus George (Jacs) Robbers (1838-1925) vraagt in 1890 de Leidse hoogleraar Jan ten Brink en de roman- en toneelschrijver Hendrik Jan Schimmel de hoofdredactie te vormen van een nieuw op te richten Nederlands geïllustreerd tijdschrift. In reactie op dit verzoek schrijft Ten Brink op 5 juli 1890 aan Schimmel: ‘Amicissime, de zaak van het nieuwe geïllustreerde maandschrift is mij bekend. De uitgeversmaatschappij had er mij mee bekend gemaakt. Het gronddenkbeeld is uitgegaan van de heer J. Robbers – directeur d. Maatschap- pij. Hij wil in ons land een soort van Harper’s Monthly of dergelijk geïllustreerd tijdschrift. […] Zijn plan was ons beiden de redactie op te dragen van: “Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift”. Uit uw zeer vriendelijke en hoogst belangstellende letteren vernam ik uw sympathie voor ’t plan – ’t welk ik met groot genoegen vernam.’ | Zakenman Jacobus George (Jacs) Robbers (1838-1925) vraagt in 1890 de Leidse hoogleraar Jan ten Brink en de roman- en toneelschrijver Hendrik Jan Schimmel de hoofdredactie te vormen van een nieuw op te richten Nederlands geïllustreerd tijdschrift. In reactie op dit verzoek schrijft Ten Brink op 5 juli 1890 aan Schimmel: ‘Amicissime, de zaak van het nieuwe geïllustreerde maandschrift is mij bekend. De uitgeversmaatschappij had er mij mee bekend gemaakt. Het gronddenkbeeld is uitgegaan van de heer J. Robbers – directeur d. Maatschap- pij. Hij wil in ons land een soort van Harper’s Monthly of dergelijk geïllustreerd tijdschrift. […] Zijn plan was ons beiden de redactie op te dragen van: “Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift”. Uit uw zeer vriendelijke en hoogst belangstellende letteren vernam ik uw sympathie voor ’t plan – ’t welk ik met groot genoegen vernam.’ |