Herman Robbers

Uit ewmagazinewiki.nl
Versie door Lievre (overleg | bijdragen) op 3 aug 2016 om 17:42
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Herman Robbers, geboren op 4 september 1868 in Rotterdam, overleden op 15 september 1937 in Amsterdam. Robbers is hoofdredacteur van Elsevier’s van 1905 tot zijn dood.

De grote man achter Elsevier’s is lange tijd Herman Robbers. In 1905 neemt de schrijver en uitgever de leiding op zich van het blad, een functie die hij tot het laatst met veel liefde en enthousiasme bekleedt.

Robbers is de tweede zoon van Jacs Robbers, de oprichter van zowel uitgeverij Elsevier als van Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift. Zoonlief kent het blad dus van huis uit. Bovendien beleeft hij op 24-jarige leeftijd zijn debuut in het blad, want het oktobernummer van 1892 publiceert zijn verhaal ‘Een kalverliefde’, geschreven onder het pseudoniem Phocius. Robbers maakt naam met oer-Hollandse, psychologisch- realistische romans als De bruidstijd van Annie de Boogh (1901) en De roman van een gezin (1909). Deze toen vrij succesvolle boeken maken nu een nogal breedsprakige en verouderde indruk, maar bieden wel een boeiend inzicht in het familieleven van de gegoede burgerij in het interbellum.

Bij zijn begrafenis omschrijft collega-schrijver Top Naeff, die Robbers opvolgt bij het blad, hem als ‘een geboren lettré, een dier zeldzaam geworden grand-seigneurs in de letteren, laatst overgeblevenen van het uitgestorven ras van boekminnaars, wier privébibliotheek het hart was van hun huis en een der pijlers waarop de beschaving van het land rustte’. De medeoprichter van de Vereeniging van Letterkundigen, zo stelt Naeff vast, vereerde het boek en was het gelukkigst als hij ‘voorging in den eeredienst der schoone letteren’.

Herman Robbers is van grote betekenis als stimulator van jonge schrijvers als Robert van Gulik, Roel Houwink, Gerrit Achterberg, Siegfried van Praag en Jan de Hartog, die allen in Elsevier’s debuteren. En hij staat niet alleen aan de basis van de nog steeds bestaande Vereniging van Letterkundigen, maar is lid van het PEN-bestuur en voorzitter van het Verbond van Nederlandsche Kunstenaarsvereenigingen. Hij zorgt er ook voor dat Nederland zich aansluit bij de Berner Conventie, die regelt dat auteurs worden betaald voor vertalingen van hun boeken.

Van 1927 tot 1931 is hij directeur van het familiebedrijf Uitgevers-Maatschappij ,,Elsevier’’, een functie die hem zwaar valt. Een van zijn succesauteurs uit die periode is Madelon Székely-Lulofs, die bij hem haar boek Rubber publiceert.