| Nogal wat schrijvers hebben hun '''debuut''' gemaakt in ''Elsevier'', onder wie [http://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan de Hartog], [http://nl.wikipedia.org/wiki/ Henk Hofland] en [http://nl.wikipedia.org/wiki/ Harry Mulisch]. Hieronder staat een lijst met debutanten. | | Nogal wat schrijvers hebben hun '''debuut''' gemaakt in ''Elsevier'', onder wie [http://nl.wikipedia.org/wiki/ Jan de Hartog], [http://nl.wikipedia.org/wiki/ Henk Hofland] en [http://nl.wikipedia.org/wiki/ Harry Mulisch]. Hieronder staat een lijst met debutanten. |
− | * [http://nl.wikipedia.org/wiki/Gerrit_Achterberg Gerrit Achterberg] debuteerde in juli 1926 met zijn eerste gedicht in ''[[Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift]]''. Dat was tamelijk toevallig, want Achterberg stuurde destijds zijn gedichten, soms met tientallen gelijk, naar de redacties van ''De Gids'', '' [http://nl.wikipedia.org/wiki/ De Vrije Bladen]'', ''De Stem'' en '' [http://nl.wikipedia.org/wiki/ Groot Nederland]''. Het gedicht is getiteld 'Strophen', bestaat uit drie strofen en begint met de regels 'Over dt land alleen / zwierf ik, maar dit land heeft geen einde / en nu dool ik bij u binnen;'. 'Strophen' wordt in 1931 opgenomen in zijn bundel ''Afvaart'' en komt later ook terecht zijn zijn ''Verzamelde gedichten''. Achterberg nam zijn debuut serieus, stelt zijn biograaf [http://nl.wikipedia.org/wiki/ Wim Hazeu] dan ook vast.<ref>''Gerrit Achterberg. Een biografische schets'', Van Walraven, Apeldoorn, 1982</ref> | + | * [http://nl.wikipedia.org/wiki/Gerrit_Achterberg Gerrit Achterberg] debuteerde in juli 1926 met zijn eerste gedicht in ''[[Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift]]''. Dat was tamelijk toevallig, want Achterberg stuurde destijds zijn gedichten, soms met tientallen gelijk, naar de redacties van ''De Gids'', '' [http://nl.wikipedia.org/wiki/ De Vrije Bladen]'', ''De Stem'' en '' [http://nl.wikipedia.org/wiki/ Groot Nederland]''. Het gedicht is getiteld 'Strophen', bestaat uit drie strofen en begint met de regels 'Over dt land alleen / zwierf ik, maar dit land heeft geen einde / en nu dool ik bij u binnen;'. 'Strophen' wordt in 1931 opgenomen in zijn bundel ''Afvaart'' en komt later ook terecht zijn zijn ''Verzamelde gedichten''. Achterberg nam zijn debuut serieus, stelt zijn biograaf [http://nl.wikipedia.org/wiki/Wim_Hazeu Wim Hazeu] dan ook vast.<ref>''Gerrit Achterberg. Een biografische schets'', Van Walraven, Apeldoorn, 1982</ref> |