Diens passie voor beeldende kunst moet zijn overgeslagen op zijn zoon, want Jan Gerrit gaat na het gymnasium in 1923 kunstgeschiedenis studeren aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In Utrecht is Van Gelder echter weinig te vinden. Hij wordt assistent bij Museum Boijmans in Rotterdam. Daar raakt hij vertrouwd met kunstwerken, speciaal met tekeningen. Later, als conservator, krijgt hij het beheer over het prentenkabinet en de bibliotheek. | Diens passie voor beeldende kunst moet zijn overgeslagen op zijn zoon, want Jan Gerrit gaat na het gymnasium in 1923 kunstgeschiedenis studeren aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In Utrecht is Van Gelder echter weinig te vinden. Hij wordt assistent bij Museum Boijmans in Rotterdam. Daar raakt hij vertrouwd met kunstwerken, speciaal met tekeningen. Later, als conservator, krijgt hij het beheer over het prentenkabinet en de bibliotheek. |